Vertaling van 'activo' uit het Spaans naar het Nederlands

activo (zn):
activum(ca) Conjunt de béns.
(ca) Conjunt de béns.
(en) something or someone of any value.
(fr) patrimoine.
(fr) voix grammaticale.
, activa(en) something or someone of any value.
(fr) voix grammaticale.
(fr) patrimoine.
, actieve vorm(fr) patrimoine.
(fr) voix grammaticale.
, bedrijvende vorm(fr) voix grammaticale.
(fr) patrimoine.
, bezit(en) something or someone of any value.
(ru) материальные объекты, находящиеся в чьей-либо собственности.
, bezitting(fr) patrimoine.
(fr) voix grammaticale.
, eigendom(ru) материальные объекты, находящиеся в чьей-либо собственности., goed(en) something or someone of any value., werkende(fr) personne en âge de travailler.

activo (bn):
actief(de) in einer bestimmten Hinsicht tätig.
(de) als Mitglied engagiert beteiligt.
(de) Linguistik.
(de) in Betrieb befindlich.
(ca) Tendència a moure's.
(ca) Tendència a moure's.
(en) in grammar.
(en) having the quality or power of acting.
, bezig(de) geschäftig, von Unternehmergeist besessen.
(de) handelnd, etwas Praktisches tuend.
, efficiënt(pt) (eficaz).

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken