además (bw):
bovendien(en) in addition to what has been said.
(en) moreover; furthermore.
(en) also; in addition.
(en) in addition, besides, also.
(en) In addition; besides; what's more; used to denote additional information.
(fr) De plus.
(fr) En outre, qui plus est.., ook(en) in addition, also.
(en) in addition; besides; as well; further; too.
(fr) De plus, encore.
(ku) herwiha, hem., daarenboven(en) moreover; furthermore.
(en) also; in addition.
(en) In addition; besides; what's more; used to denote additional information., daarnaast(en) in addition to what has been said.
(en) also; in addition.
(en) moreover; furthermore., daarbij(en) moreover; furthermore.
(en) also; in addition., eveneens(en) in addition; besides; as well; further; too.
(ku) herwiha, hem., tevens(en) in addition; besides; as well; further; too.
(ku) herwiha, hem., voorts(en) also; in addition.
(en) moreover; furthermore., aanvullend(en) by way of addition., daar komt bij(en) in addition to what has been said., trouwens(fr) De plus, pour le reste.., verder(en) in addition to what has been said.
además (pronominalAdverb):
daarbij(de) zu etwas Vorhandenem, Gegebenem, Gesetztem hinzu: ergänzend, vervollständigend., daartoe(de) zu etwas Vorhandenem, Gegebenem, Gesetztem hinzu: ergänzend, vervollständigend., erbij(de) zu etwas Vorhandenem, Gegebenem, Gesetztem hinzu: ergänzend, vervollständigend.
además (vz):
naast(en) in addition to.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com