Vertaling van 'avanzar' uit het Spaans naar het Nederlands

avanzar (ww):
avanceren(de) intransitiv: in der Erreichung eines Zieles vorankommen, im Leben Erfolg haben., bevorderen(de) etwas einem Ziel näher bringen, etwas vorwärts bringen., vooruitkomen(de) intransitiv: in der Erreichung eines Zieles vorankommen, im Leben Erfolg haben.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken