Vertaling van 'causar' uit het Spaans naar het Nederlands

causar (ww):
veroorzaken(en) to set off an event or action.
(en) to cause or lead to.
(en) to cause to happen.
(fi) olla tai toimia aiheuttajana; tuottaa seuraamuksia.
(pl) —.
, laten(de) etwas fordern und jemanden bitten/zwingen etwas zu tun; eine Aktion anordnen., leiden(en) to cause to happen., leiden tot(sv) leda till., regelen(en) to cause to happen., schikken(en) to cause to happen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken