Vertaling van 'descansar' uit het Spaans naar het Nederlands

descansar (ww):
rusten(ca) Reposar, recuperar energies.
(en) intransitive: take repose.
(fr) Cesser de travailler, d’agir, d’être en mouvement, pour faire disparaître la fatigue.
, uitrusten(de) reflexiv: sich erholen, entspannen.
(de) auch intransitiv: (nach einer Anstrengung) Ruhe gönnen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken