Vertaling van 'dueño' uit het Spaans naar het Nederlands

dueño (zn):
eigenaar(en) law: one who holds property.
(en) one who owns.
(fr) Personne à qui une chose appartient en propriété.
(sv) person som äger något.
, eigenares(en) one who owns.
(fr) Personne à qui une chose appartient en propriété.
, gastheer(ru) глава дома.
(ru) владелец жилья.
, baasje(de) —., bezitster(en) one who owns., bezitter(en) one who owns., sire(en) lord, master, or person in authority.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken