durar (ww):
duren(en) to endure, continue over time.
(en) to hold out.
(en) to last or expend (an amount of time).
(de) andauern.
(de) gehoben: bestehen bleiben, beständig sein.
(fi) |ajaltaan.
(pl) —., doorstaan(en) to last.
(en) endure without yielding., verdragen(en) to last.
(en) endure without yielding., volhouden(en) to endure, continue over time.
(en) to hold out., ondergaan(en) endure without yielding., uithouden(en) endure without yielding., verblijven(en) endure without yielding., wonen(en) endure without yielding.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com