Vertaling van 'parlar' uit het Spaans naar het Nederlands

parlar (ww):
babbelen(en) talk idly., kletsen(en) talk idly., kwebbelen(en) talk idly., lekken(en) to reveal secret information., ouwehoeren(en) talk idly., over koetjes en kalfjes praten(en) talk idly.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken