Vertaling van 'suizo' uit het Spaans naar het Nederlands

suizo (zn):
Zwitser(ca) Habitant de Suïssa.
(ca) Habitant de Suïssa.
(de) —.
(en) Swiss person.
(lt) Šveicarijos šalies gyventojas arba kilęs iš jos.
(sv) person från Schweiz.
, Zwitserse(en) Swiss person.
(lt) Šveicarijos šalies gyventojas arba kilęs iš jos.
, brioche(fr) Pâtisserie en pâte briochée., zoet broodje(fr) Pâtisserie en pâte briochée.

suizo (bn):
Zwitsers(ca) Relatiu a Suïssa.
(ca) Relatiu a Suïssa.
(de) die Schweiz oder Schweizer betreffend, zur Schweiz gehörend, aus ihr kommend.
(en) of or pertaining to Switzerland.
(en) of or pertaining to Swiss language(s) or Swiss dialect(s).
(en) of or pertaining to the Swiss people.
(sv) som rör Schweiz.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken