tajo (zn):
arbeidsplaats(en) place where someone works.
(en) place where one is employed., gleuf(en) narrow cut or opening; a slot., spleet(en) narrow cut or opening; a slot., werk(en) place where one is employed., werkplek(en) place where someone works.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com