Vertaling van 'usual' uit het Spaans naar het Nederlands

usual (bn):
gewoon(de) so, wie man es kennt; so, dass man es nicht anders kennt.
(en) most commonly occurring.
, algemeen(fi) tavallinen., alledaags(en) most commonly occurring., gangbaar(de) sehr gebräuchlich, weit verbreitet, gang und gäbe., gebruikelijk(de) gewöhnlich oder häufig auftretend, normal.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken