décéder (ww):
doodgaan(en) to die.
(de) ''[[von]] [[Lebewesen]]:'' [[aufhören]] zu [[leben]].
(no) opphøre å leve., overlijden(en) to die.
(en) to die (euphemistic).
(sv) dö., sterven(en) to perish, to cease to exist.
(de) ''[[von]] [[Lebewesen]]:'' [[aufhören]] zu [[leben]].
(no) opphøre å leve., heengaan(en) to die.
(en) to die (euphemistic)., doorgaan(en) to die., gebeuren(en) to die., het laten afweten(en) to perish, to cease to exist., het opgeven(en) to perish, to cease to exist., ontslapen(en) to die (euphemistic)., voorbijgaan(en) to die.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com