dépasser (ww):
inhalen(fr) —.
(en) to pass a more slowly moving object., overtreffen(en) to exceed.
(en) to reach further than.
(en) to surpass or exceed.
(en) to go beyond the limits of something., uitblinken(en) intransitive: to be much better than others.
(en) transitive: to surpass someone or something.
(ja) 他より目立って優れている., overstijgen(en) to exceed.
(en) to go beyond the limits of something., doodgaan(en) to go past., doorgaan(en) to go past., gebeuren(en) to go past., heengaan(en) to go past., ontgroeien(en) to become too big or mature for some object, practice, condition, belief, etc., overlijden(en) to go past., overschrijden(en) to go beyond the limits of something., uitsteken(en) to extend from., voorbijgaan(en) to go past.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com