Vertaling van 'fissa' uit het Frans naar het Nederlands

fissa (bw):
dadelijk(pl) —., meteen(pl) —., ogenblikkelijk(pl) —., onmiddellijk(pl) —., snel(de) umgangssprachlich: schnell.

fissa (bn):
snel(en) rapid and without delay.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken