Vertaling van 'grosseur' uit het Frans naar het Nederlands

grosseur (zn):
buil(ru) твёрдая опухоль, нарост; выпуклая неровность., bult(ru) твёрдая опухоль, нарост; выпуклая неровность., dikte(en) property of being thick in dimension.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken