habit (zn):
gewaad(fr) —., kledingstuk(fr) —., rok(fr) —., habijt(en) long piece of clothing worn by monks and nuns., kleding(de) Gesamtheit der Kleider, der Kleidungsstücke., pij(en) long piece of clothing worn by monks and nuns.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com