Vertaling van 'hachisch' uit het Frans naar het Nederlands

hachisch (zn):
hasjiesj(de) Rauschgift.
(en) dried leaves of the Indian hemp plant.
(pl) —.
, hasj(en) dried leaves of the Indian hemp plant.
(pl) —.
, hash(pl) —.

hachisch (ww):
blowen(de) Haschisch rauchen oder anderswie konsumieren.
(de) Haschisch rauchen oder anderswie konsumieren.
, hasj(de) Haschisch rauchen oder anderswie konsumieren.
(de) Haschisch rauchen oder anderswie konsumieren.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken