Vertaling van 'marier' uit het Frans naar het Nederlands

marier (ww):
trouwen(fr) —.
(de) transitiv: jemanden in den Stand der Ehe bringen.
(en) to give away as wife or husband.
(es) —.
(en) to unite in wedlock.
, in de echt verbinden(fr) —.
(en) to give away as wife or husband.
(en) to unite in wedlock.
, uithuwelijken(fr) —.
(en) successfully arrange the marriage of someone.
, in het huwelijk treden(fr) —., huwen(en) to give away as wife or husband.
(en) to unite in wedlock.
, zich in de echt verbinden(en) to give away as wife or husband.
(en) to unite in wedlock.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken