Vertaling van 'suffisance' uit het Frans naar het Nederlands

suffisance (zn):
zelfgenoegzaamheid(fr) —.
(en) feeling of self-satisfaction.
, ijdelheid(fr) —., eigenwaan(de) unangemessen hohe Selbstbeurteilung., kapsones(de) unangemessen hohe Selbstbeurteilung., zelftevredenheid(en) feeling of self-satisfaction.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken