totaliser (ww):
optellen(de) transitiv: die Summe von abzählbaren Elementen bilden.
(en) to add up., bijeentellen(en) to add up., gelijk zijn aan(en) to add up., in de prak rijden(en) to add up., uitkomen op(en) to add up.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com