Vertaling van 'troubler' uit het Frans naar het Nederlands

troubler (ww):
verwarren(en) to confuse or mystify; overwhelm.
(en) To confuse; to fluster; to flabbergast.
(en) to mentally disturb.
, ambeteren(en) to trouble or bother., beroeren(en) to interfere with., invloed hebben op(en) to interfere with., lastigvallen(en) to trouble or bother., overdonderen(en) to confuse or mystify; overwhelm., schaven(en) to trouble or bother., storen(en) to trouble or bother., uit zijn evenwicht brengen(en) to mentally disturb., vertroebelen(en) render turbid., wrijven(en) to trouble or bother.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken