Vertaling van 'afronden' uit het Nederlands naar het Duits

afronden (ww):
abrunden(nl) —.
(en) to complete or finish something.
, aufrunden(nl) —., abschließen(en) To finish off a task completely., den letzten Schliff geben(en) to complete or finish something., in Sack und Tüten bringen / haben(en) To finish off a task completely., zum Abschluss bringen(en) To finish off a task completely.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken