Vertaling van 'onafhankelijkheid' uit het Nederlands naar het Duits

onafhankelijkheid (zn):
Unabhängigkeit(en) state or quality of being independent.
(en) state of having sufficient means for a comfortable livelihood.
(lt) lt.
(zh) 名詞.
(ja) —.
(pt) —.
(pl) —.
, Selbstständigkeit(pl) —., Selbständigkeit(pl) —., selbstständig(zh) 名詞., selbständig(zh) 名詞., unabhängig(zh) 名詞.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken