Vertaling van 'opbloeien' uit het Nederlands naar het Duits

opbloeien (ww):
aufblühen(en) to prosper or fare well., blühen(en) to prosper or fare well., eine Blütezeit erleben(en) to prosper or fare well., florieren(en) to prosper or fare well., gedeihen(en) to prosper or fare well., sich entwickeln(en) to prosper or fare well., sprießen(en) to grow or expand.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken