Vertaling van 'pissen' uit het Nederlands naar het Duits

pissen (ww):
pissen(nl) —.
(fr) Uriner.
(lt) lt.
, strullen(nl) —.
(fr) Uriner.
(lt) lt.
, Wasser lassen(nl) —.
(fr) Uriner.
, pinkeln(nl) —.
(fr) Uriner.
, urinieren(nl) —., brunzen(fr) Uriner., harnen(fr) Uriner., pullern(fr) Uriner., seichen(fr) Uriner.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken