spaarzaamheid (zn):
Sparsamkeit(en) quality of being frugal; prudent economy; thrift.
(pl) —., Einfachheit(en) quality of being frugal; prudent economy; thrift., Ersparnis(pl) —., Frugalität(en) quality of being frugal; prudent economy; thrift., Genügsamkeit(en) quality of being frugal; prudent economy; thrift.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com