uitval (zn):
Ausbruch(en) outburst of an emotion.
(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Anfallen(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Ansturm(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Anstürmen(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Ausfall(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Hechten(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Stichelei(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Versuch(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Vorstürmen(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Witzelei(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., geistreiche Bemerkung(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., witziger Einfall(en) sortie.
(en) witty statement or quip.
(en) sudden rushing forth., Anfall(en) outburst of an emotion., Gefühlsausbruch(en) outburst of an emotion.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com