Vertaling van 'hebben' uit het Nederlands naar het Engels

hebben (ww):
Have ownership or possession of
have, own, possess

hebben (ww):
Have sex with; archaic use
have, take

hebben (ww):
Suffer from; be ill with
have

hebben (ww):
Be the winner in a contest or competition; be victorious
win

hebben (ww):
Exchange thoughts; talk with
speak, talk

hebben (ww):
Have or possess, either in a concrete or an abstract sense
have, have got, hold

hebben (ww):
Have or feel a need for
need

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.