piek (zn):
Medieval weapon consisting of a spearhead attached to a long pole or pikestaff; superseded by the bayonet
pike
piek (zn):
The top or extreme point of something (usually a mountain or hill)
crest, crown, peak, summit, tip, top
piek (zn):
Point formed by two intersecting arcs (as from the intrados of a Gothic arch)
cusp
piek (zn):
The basic unit of money in Suriname; equal to 100 cents
florin, guilder, gulden
piek (zn):
A small tuft or lock
wisp
piek (zn):
Formerly the basic unit of money in the Netherlands; equal to 100 cents
dutch florin, florin, guilder, gulden
Via: Ensyns.nl
piek (zn):
peak(ca) Cim d'un puig o muntanya que termina en punta.
(ca) Cim d'un puig o muntanya que termina en punta.
(fr) Sommet pointu d’un massif montagneux....
(pl) —., pike(de) eine historische Stichwaffe; ein langer Stiel mit spitzem Ende zum Stechen.
(sv) långt, spjutliknande stångvapen.
(pt) (lança).
(pl) —., maximum(pl) —., spear(de) eine historische Stichwaffe; ein langer Stiel mit spitzem Ende zum Stechen.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com
Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.
Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.