Vertaling van 'plus' uit het Nederlands naar het Engels

plus (zn):
The quality of having a superior or more favorable position
advantage, vantage

plus (zn):
A quantity much larger than is needed
excess, nimiety, surplus, surplusage

Via: Ensyns.nl

plus (zn):
plus(fi) yhteenlaskua merkitsevä termi.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken