Vertaling van 'fris' uit het Nederlands naar het Spaans

fris (bn):
fresco(nl) —.
(de) neu, gerade eben erst, kürzlich.
(en) having a slightly low temperature.
(en) refreshing or cool.
(fr) Qui est en état de fraîcheur.
, frío(en) having a low temperature.
(en) cold enough to cause discomfort.
(lt) lt.
, reciente(de) neu, gerade eben erst, kürzlich., refrescante(en) refreshing or cool.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken