Vertaling van 'afgelopen' uit het Nederlands naar het Italiaans

afgelopen (bn):
passato(de) nicht mehr aktuell; in der Vergangenheit liegend.
(en) having already happened; in the past.
(fr) Qui a eu lieu.
(pl) —.
, scorso(de) nicht mehr aktuell; in der Vergangenheit liegend.
(en) most recent.
(pl) —.
, più recente(en) most recent., andato(de) nicht mehr aktuell; in der Vergangenheit liegend., precedente(en) most recent., pronto(fr) Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc. (Sens général).., trascorso(de) nicht mehr aktuell; in der Vergangenheit liegend.

afgelopen (interjection):
basta(pl) —.

afgelopen (zn):
ultimo(fi) se tai hän, joka tulee viimeisenä tai jää viimeiseksi.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken