breedsprakigheid (zn):
uitvoerigheid(nl) het (te) veel woorden gebruiken bij het spreken., omstandigheid(nl) het (te) veel woorden gebruiken bij het spreken., breedvoerigheid(nl) het (te) veel woorden gebruiken bij het spreken., wijdlopigheid(nl) het (te) veel woorden gebruiken bij het spreken., wolligheid(nl) het (te) veel woorden gebruiken bij het spreken.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com