Nederlandse synoniemen voor 'vlier'

vlier (zn):
fleer(nl) —.
(nl) (m) (bloemplanten) een geslacht (species) van snelgroeiende heesters of kleine bomen. In de lente dragen ze tuilen van witte of crèmekleurige bloemen, gevolgd door kleine rode, blauwachtige of zwarte vruchten. Ook komt ….
, violier(nl) —.
(nl) (f)/(m) (species) kruisbloemige sierbloem.
, vleer(nl) —., vlierbes(nl) —., fledder(nl) (m) (bloemplanten) een geslacht (species) van snelgroeiende heesters of kleine bomen. In de lente dragen ze tuilen van witte of crèmekleurige bloemen, gevolgd door kleine rode, blauwachtige of zwarte vruchten. Ook komt …., vleder(nl) (m) (bloemplanten) een geslacht (species) van snelgroeiende heesters of kleine bomen. In de lente dragen ze tuilen van witte of crèmekleurige bloemen, gevolgd door kleine rode, blauwachtige of zwarte vruchten. Ook komt …., vleer ''(minder gangbare uitspraakvarianten)''(nl) (m) (bloemplanten) een geslacht (species) van snelgroeiende heesters of kleine bomen. In de lente dragen ze tuilen van witte of crèmekleurige bloemen, gevolgd door kleine rode, blauwachtige of zwarte vruchten. Ook komt …., Noorse balk(de) Musik: zu den Bordunzithern gehörendes Zupfinstrument., hommel(de) Musik: zu den Bordunzithern gehörendes Zupfinstrument.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken