часы́ (zn):
clock(de) Instrument zur Messung der Zeit, Chronometer.
(fi) ajanmittauslaite.
(lt) lt.
(fr) horloge.
(nl) 1. een instrument dat de tijd bijhoudt.
(sv) tidmätare.
(no) Instrument som viser tiden.
(es) —.
(pl) —.
(pl) —., watch(de) Instrument zur Messung der Zeit, Chronometer.
(fi) ajanmittauslaite.
(nl) 1. een draagbaar voorwerp waarop de tijd kan worden afgelezen.
(sv) tidmätare.
(no) Instrument som viser tiden.
(pl) —., timepiece(de) Instrument zur Messung der Zeit, Chronometer.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com