Nederlandse synoniemen voor 'aankomen'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor aankomen.

aankomen (ww):
arriveren(nl) —.
(en) to reach.
(en) to get to a certain place.
(fi) tulla perille.
(fr) —.
(fr) Parvenir à destination.
(pl) —.
(pl) —.
(nl) (erga) een bestemming bereiken.
, kazen(nl) —.
(nl) (erga) zwaarder worden.
, naderen(nl) —.
(nl) dichterbij komen.
, toekomen(nl) —.
(nl) (erga) een bestemming bereiken.
, aanstromen(nl) —., toucheren(nl) —., bereiken(en) to reach.
(en) to get to a certain place.
(fr) Arriver à destination.
(pl) —.
, begrijpen(en) to arrive at., doen(en) to arrive at., doordringen tot(fr) Arriver à destination., halen(en) to arrive at., krijgen(en) to arrive at., laten(en) to arrive at., maken(en) to arrive at., nemen(en) to arrive at., pakken(en) to arrive at., snappen(en) to arrive at., verkrijgen(en) to arrive at., verstaan(en) to arrive at., worden(en) to arrive at., ziek worden(en) to arrive at.

aankomen (zn):
aanraken(es) —., aanroeren(es) —., aanzitten(es) —., beroeren(es) —., betasten(es) —., bevoelen(es) —., tasten(es) —., toucheren(es) —., voelen(es) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken