Nederlandse synoniemen voor 'halsstarrigheid'

halsstarrigheid (zn):
verstoktheid(nl) het te vasthoudend zijn., onverbeterlijkheid(nl) het te vasthoudend zijn., balsturigheid(nl) het te vasthoudend zijn., tenaciteit(nl) het te vasthoudend zijn., weerbarstigheid(nl) het te vasthoudend zijn., stijfkoppigheid(nl) het te vasthoudend zijn., hardhoofdigheid(nl) het te vasthoudend zijn., onverzettelijkheid(nl) het te vasthoudend zijn., hardnekkigheid(nl) het te vasthoudend zijn., stijfhoofdigheid(nl) het te vasthoudend zijn., koppigheid(nl) het te vasthoudend zijn., eigenzinnigheid(nl) het te vasthoudend zijn., weerspannigheid(nl) het te vasthoudend zijn.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken