N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor nalopen.
nalopen (ww):
achterlopen(nl) —.
(nl) van een uurwerk dat het uurwerk een eerdere tijd aangeeft dan het in werkelijkheid is., achternalopen(nl) —.
(nl) achter iemand aan lopen., achtervolgen(nl) —.
(nl) achter iemand aan lopen., checken(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., controleren(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., doorkijken(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., inspecteren(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., nagaan(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., najagen(nl) —.
(nl) achter iemand aan lopen., nalezen(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., narennen(nl) —.
(nl) achter iemand aan lopen., naspeuren(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., overkijken(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., proberen(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., testen(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., toetsen(nl) —.
(nl) kijken of alles in orde is., volgen(nl) —.
(nl) achter iemand aan lopen., nablaffen(nl) —., nasporen(nl) —., nabenen(nl) achter iemand aan lopen.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com