Nederlandse synoniemen voor 'reiziger'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor reiziger.

reiziger (zn):
toerist(nl) iemand die bezig is een reis te maken., vakantieganger(nl) iemand die bezig is een reis te maken., woonwagenbewoner(nl) iemand die bezig is een reis te maken., opvarende(en) paying passenger., passagier(en) paying passenger., reizigster(en) one who travels.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken