Nederlandse synoniemen voor 'speelmakker'

speelmakker (zn):
speelkameraad(nl) iemand waarmee men speelt., speelgenoot(nl) iemand waarmee men speelt., medespeler(nl) iemand waarmee men speelt., vriend(nl) iemand waarmee men bevriend is., kameraad(nl) iemand waarmee men bevriend is., makker(nl) iemand waarmee men bevriend is., kornuit(nl) iemand waarmee men bevriend is.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken