bål

als woordenboektrefwoord:

bal:
m. (-len), bolrond lichaam. balletje, o. (-s).
bal:
o. (-s), danspartij ; bal masqué, gemaskerd bal.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bal (zn) :
dansavond, dansfeest, feest, danspartij, dansfuif
bal (zn) :
zaadbal, testikel, kloot
bal (zn) :
kogel, bol, knot, kloot
bal (zn) :
pop, piek, gulden
bal (zn) :
barst, moer

als synoniem van een ander trefwoord:

bliksem (zn) :
fluit, donder, bal, moer
bol (zn) :
bal, knot, prop, kluwen
knot (zn) :
bol, bal, kluwen, dot
kogel (zn) :
bol, bal, projectiel
gala (zn) :
feest, bal, galabal
dans (zn) :
ballet, bal
bol (zn) :
bal, kloot

woordverbanden van ‘bål’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 315:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0017 c