bol

als woordenboektrefwoord:

bol:
m. (-len), bal; zeker gebak; knap mens. bolletje, o. (-s).
bol:
m. (-len), vlezig plantendeel als voedselbewaarplaats; bloembol.
bol:
bn. (-ler, -st), bolrond.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bol (zn) :
bolletje, broodje, kadetje
bol (zn) :
bal, kluwen, knot, prop
bol (zn) :
hersens, hoofd, kop
bol (zn) :
aardbol, planeet
bol (zn) :
bal, kloot
bol (zn) :
bloembol
bol (zn) :
kobbe
bol (zn) :
nop
bol (bn) :
dik, opgebold, opgezwollen, rond, vol

als synoniem van een ander trefwoord:

hoofd (zn) :
bol, caput, gezicht, harses, hersenen, knikker, kop, leiding, naam, opschrift, peer, raap, titel
aarde (zn) :
aardbol, aardkloot, bol, ondermaanse, planeet, wereld, wereldbol, wereldkloot
kop (zn) :
bol, boveneind, hoofd, kanis, kersenpit, knar, knikker, peer, test
test (zn) :
bol, harses, hoofd, kersenpit, kop, schedel
bal (zn) :
bol, kloot, knot, kogel
knot (zn) :
bal, bol, dot, kluwen
kogel (zn) :
bal, bol, projectiel
peer (zn) :
bol, hoofd, kop
kluwen (zn) :
bol, knot
sfeer (zn) :
bol
dik (bn) :
bol, corpulent, fors, gevuld, gezet, gezwollen, lijvig, log, mollig, omvangrijk, opgezet, opgezwollen, paf, rond, stevig, vet, vlezig, vol, volumineus, welgedaan, zwaarlijvig, zwaar
vol (bn) :
absoluut, bol, compleet, dik, geheel, maximaal, opgezet, opperst, rond, ruim, ten volle, uiterst, volkomen, volledig, zuiver
pafferig (bn) :
bol, dik, log, opgeblazen, opgezet, paf

woordverbanden van ‘bol’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

hoofd, bol, kop

Bovenste deel van het menschelijk en dierlijk lichaam. Bij de dieren heet het alleen kop. In de beschaafde spreektaal wordt kop slechts in enkele uitdrukkingen gebezigd van het menschelijk hoofd. Ken fraaie kop, een schrandere hop, een studiekop, een kop van een standbeeld, enz. In de gemeenzame taal heeft de verwisseling meer plaats. Hij heeft een stijven kop. Iemand op zijn kop geven. Hoofd wordt daar ook wel eens bol genoemd: het scheelt hem in den bol, en bij uitbreiding: een schrandere bol. Het meervoud koppen staat voor manschappen: Een schip bemand met honderd koppen. Van voorwerpen wordt kop gezegd van het bovenste gedeelte b.v. van eene speld, eene naald, een spijker, enz.; hoofd van het boveneinde, aan het hoofd van de tafel zitten.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 315:

kloot, bol, bal

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

bol
hol

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0037 c