geluid

als woordenboektrefwoord:

geluid:
o. (-en), klank, toon.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

geluid (zn) :
toon, stem, muziek, galm
geluid (zn) :
klanken, klank, sound
geluid (zn) :
gerucht, geruis

als synoniem van een ander trefwoord:

stem (zn) :
geluid, timbre, spraakvermogen
klank (zn) :
toon, geluid, galm, timbre
muziek (zn) :
klank, geluid, geruis
audio (zn) :
klank, geluid
gerucht (zn) :
geluid

woordverbanden van ‘geluid’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

geluid, klank, toon

De trillende beweging der luchtdeelen, veroorzaakt door de bewegingen van een lichaam, voor zoover zij door ons gehoor worden waargenomen. Geluid is de algemeene benaming. Een klank is een geluid, maar niet elk geluid is een klank, daar een klank eene regelmatige trilling der luchtdeeltjes veronderstelt, wat bij geluid niet het geval is. Een geluid als van een geweldig gedreven wervelwind. De schel gaf een aangenamen klank; de klank van eene klok, eene piano enz. Een toon is een klank, maar het omgekeerde is niet waar. Een klank wordt eerst een toon, wanneer hij tegen een anderen ten opzichte van hoogte of laagte, zwaarte of lichtheid, dikte of fijnheid wordt afgemeten. (Viotta). Ik kan van verkoudheid haast geen geluid geven. Wat is dat voor vervelend geluid! Doffe, schelle, heldere klanken. De klank der speeltuigen. Een hoogen, een lagen, een valschen toon aanheffen. Figuurlijk: De goede toon. Op hoogen toon spreken. Van toon veranderen. Een hoogen toon aanslaan. Een toontje lager zingen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 308:

klank, geluid, toon

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c