jaloezie

als woordenboektrefwoord:

jaloezie:
v. ijzerzucht, jaloersheid.
jaloezie:
v. (-ën), zonneblind.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

jaloezie (zn) :
afgunst, ijverzucht, jaloersheid, kift, kinnesinne, naijver, nijd, rivaliteit
jaloezie (zn) :
rolgordijn, zonnescherm
jaloezie (zn) :
zonneblind, zonnetent

als synoniem van een ander trefwoord:

jaloersheid (zn) :
afgunst, ijverzucht, jaloezie, kinnesinne, naijver, nijd
afgunst (zn) :
jaloersheid, jaloezie, na-ijver, nijd, spijt, wangunst
gordijn (zn) :
jaloezie, overgordijn, rolgordijn, vitrage
rivaliteit (zn) :
ijverzucht, jaloezie, wedijver

woordverbanden van ‘jaloezie’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Het gevoel van spijt over het goede, waarin een ander zich verheugt. Naijver drukt dit het zachtst uit; het veronderstelt mededinging. Afgunst zegt alleen, dat men een ander, hetgeen hij meer bezit dan, of voorheeft boven iemand, niet gunt; wangunst en vooral nijd sluiten in, dat men hetgeen onze afgunst opwekt, zelf wenscht te bezitten, terwijl het geval zich kan voordoen, dat de zaak, waarom men een ander benijdt, den benijder geen voordeel aan zou brengen. Nijd geeft nog daarenboven te kennen, dat men den persoon, tegen wien men wangunst voedt, wegens zijn meerderen voorspoed een kwaad hart toedraagt. Jaloezie, een vreemd woord voor afgunst, wordt ook in de beteekenis van minnenijd gebruikt.

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c