lekkerbek

als woordenboektrefwoord:

lekkerbek:
m. en v. (-ken), die van lekkere kost houdt.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

lekkerbek (zn) :
fijnproever, proever, gastronoom, snoeper, likkepot, smulpaap, smulbroer, lucullus

als synoniem van een ander trefwoord:

veelvraat (zn) :
vreetzak, lekkerbek, zwijn, smulpaap, schrokker, schrokop, slokop, gulzigaard
gulzigaard (zn) :
vreetzak, lekkerbek, veelvraat, smulpaap, schrokker, vraat, schrokop, slokop
fijnproever (zn) :
lekkerbek, gourmet, gastronoom, smulpaap, voedie, culi
lucullus (zn) :
lekkerbek

woordverbanden van ‘lekkerbek’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

gulzigaard, lekkerbek

Beiden zijn verzot op eten en drinken, maar den lekkerbek is het meer om keurigheid van spijzen en dranken, den gulzigaard meer om de hoeveelheid te doen.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c