üblich (bn):
gebruikelijk(de) —.
(sv) normal., gewoon(en) most commonly occurring.
(sv) normal., alledaags(en) most commonly occurring., standaard(en) falling within an accepted range.
üblich (bw):
zoals gewoonlijk(fr) Comme d’habitude.
(fr) Comme d’habitude.
üblich (zn):
standaard(zh) 符合規範.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com