Vertaling van 'üblich' uit het Duits naar het Nederlands

üblich (bn):
gebruikelijk(de) —.
(sv) normal.
, gewoon(en) most commonly occurring.
(sv) normal.
, alledaags(en) most commonly occurring., standaard(en) falling within an accepted range.

üblich (bw):
zoals gewoonlijk(fr) Comme d’habitude.
(fr) Comme d’habitude.

üblich (zn):
standaard(zh) 符合規範.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken