Aufstieg (zn):
bevordering(en) advancement in position., hemelvaart(en) the act of ascending., oprijzen(en) action of moving upwards., opstijgen(en) action of moving upwards., promotie(en) advancement in position., rijzen(en) action of moving upwards., stijgen(en) action of moving upwards.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com