Vertaling van 'Auszeit' uit het Duits naar het Nederlands

Auszeit (zn):
gat(en) vacation., hiaat(en) vacation., interruptie(en) vacation., onderbreking(en) vacation., pauze(en) vacation., reces(en) temporary stoppage of an activity., vakantie(en) vacation., vrije dagen(en) time without work.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken