Fahrt (zn):
vaart(de) —.
(de) —.
(de) —., reis(en) trip, a voyage.
(en) journey., rit(en) trip made in a motor vehicle.
(en) instance of riding., trip(en) trip, a voyage.
(sv) (generellt) färd., reisje(sv) (generellt) färd., tocht(en) journey., trektocht(en) trip, a voyage., uitstapje(sv) (generellt) färd.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com