Vertaling van 'Feiertag' uit het Duits naar het Nederlands

Feiertag (zn):
feestdag(de) —.
(en) day on which a festival, religious event, or national celebration is traditionally observed.
(ru) торжественное, радостное событие.
(sv) arbetsfri dag.
(sv) religiös eller traditionell högtid.
, feest(ru) торжественное, радостное событие., wettelijke feestdag(en) a weekday granted to workers as a national holiday.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken